Het eerste onderwijs

‘Ik zal vertellen wat sinds de grondvesting van de wereld verborgen gebleven is’ (Mattheüs 13:35).

Omdat al de dingen die Jezus Christus gedaan heeft teveel zijn om in boekvorm te bevatten, schreef Johannes: ‘Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden.’ De Bijbel spreekt over een ‘groeiproces’ en is vooral een geestelijk boek en hoort ook als zodanig te worden gelezen en te verstaan. In dit gedeelte van de website worden zoveel mogelijk de ‘eerste beginselen’ op de weg naar het volkomen en volwassen zoonschap van God belicht. Hanteer hierbij de sleutel: Versta wat u leest en lees niet alleen wat er staat! Jezus bracht een nieuwe leer. Iedereen was zo verbaasd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd.’ Jezus stelde daarmee de satan met zijn demonenhorders openlijk ten toon en bevrijdde de mens van zijn geestelijke overheersers.

Het doorgeven van het evangelie van het koninkrijk van de hemelen was naast zijn belangrijkste opdracht – zijn dood als losprijs betalen aan de Satan – de taak van Jezus Christus in de 3,5 jaar van zijn publieke leven op aarde. Jezus openbaarde voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid, de geestelijke, onzienlijke wereld. Deze wereld, ook wel hemelse gewesten – of sferen – genoemd, bestond al vanaf de grondvesting van de wereld, maar was vóór de tijd van Jezus Christus een verborgenheid. Abraham de ‘vader van de gelovigen’, Mozes die toch vertrouwd was in heel Gods huis, Salomo met al zijn wijsheid, David de man naar Gods hart; niemand had inzicht in de geestelijke wereld die Jezus ons openbaarde: ‘Ik zal vertellen wat sinds de grondvesting van de wereld verborgen gebleven is’ (Mattheüs 13:35). Ook Paulus omschreef het wegnemen van de sluier die alle natiën omhulde:

  • ‘Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten’ (Efeze 3:5). Na het wegnemen van deze sluier vraagt de Heer aan zijn leerlingen: ‘Hebben jullie dit alles begrepen? Ja, antwoordden ze. Hij zei hun: Zo lijkt iedere Schriftgeleerde die een leerling van het koninkrijk van de hemelen is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt’ (Mattheüs 13:51,52).

Wij hopen dat de artikelen in dit hoofdstuk een bijdrage mogen leveren aan het bouwen van het Bijbels fundament en het gaan ‘op de weg, die nog veel verder omhoog voert’ (1 Corinthe 12:31).

Thema’s:

Artikelen: