Strijd in de hemel

We ontvingen een reactie op het artikel ‘Strijden of deserteren?’ Daarin schreven wij dat paniekzaaiers al een hele tijd de wereldklok op 5 voor 12 hebben staan. Sommigen spreken al over ‘één minuut voor twaalf’. In dit artikel citeerden we de woorden van Jezus: ‘Kijk uit, dat jullie je niet laten verleiden. Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: “De tijd is nabij.” Ga hen niet achterna’ (Matth.24:6; Lucas 21:8). >>>>>

Ze gaat naar de huisarts en zegt: ‘Ik ben zo zenuwachtig en depressief…’ Dit is de zoveelste arts tegen wie zij dit zegt. Want zenuwachtig is zij altijd geweest, als kind al. Met veel last van hoofdpijn, depressies en later ook migraine: >>>>>    

‘In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van uw volk bij staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal uw volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend’ (Daniël 12:1; Openb.20:12).     Paniek Kent u ze, de afbeeldingen met daarop de klok waarop het bijna 12 uur is? >>>>>

Deel 1 Herstel voor de totale mens In Romeinen 3:12 citeert Paulus Psalm 14, waarin staat dat de mens nutteloos is gewórden. Een uitspraak die er niet om liegt. Met dit woord ‘nutteloos’ wordt gezegd dat de mens door de zondeval en door zijn onderworpenheid aan de duivel niet tot een eeuwig koningschap met God in staat is. Die bijzondere positie is alleen bereikbaar voor vrije zonen van God en niet voor zondeslaven. Hij is voor rechtvaardigen en niet voor onrechtvaardigen, voor volmaakten en niet voor beschadigden. >>>>>

‘En God zei: ‘Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis en God schiep de mens naar zijn beeld’ Met deze prachtige verzen uit Genesis 1 begint het verhaal over de mens. Het verhaal eindigt in het laatste Bijbelboek met de woorden: ‘en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden’ (Op.22:5). De mens, als beelddrager van God, is geschapen om voor altijd met zijn Schepper te leven. >>>>>

Een lezer schrijft: ‘Wij lezen al geruime tijd de artikelen op uw website. We zijn het met u eens dat bij ziekte de machten in de naam van Jezus moeten worden gebonden en naar de afgrond worden verwezen. Maar het valt ons op dat Jezus zelf alleen bij bezetenheid de machten uitdreef en bond? Hij deed dit nooit bij ziekte! Al lezende in de evangeliën kon ik ook niets anders vinden. Graag uw antwoord.’ >>>>>

Hij komt hangerig uit school. ‘Mam, ik heb zo’n buikpijn’. Wat doe je dan als moeder? In bed stoppen zo’n kind en bidden. En denken: zeker een griepje dat ‘heerst’. ‘s Avonds heeft hij er een flinke koorts bij. Dus nog maar eens bidden. Plus een slokje water, aai over de bol en dag, lekker slapen, gauw beter worden! De volgende morgen is de patiënt een stuk opgeknapt. ‘s Middags kan hij weer naar school. >>>>>

Een jonge lezer reageert: ‘Ik heb mijn leven half maart dit jaar aan Jezus gegeven. Nu kom ik wel eens in een meeting van evangelist X. Ik lees ook zijn site. De laatste tijd hoor ik allerlei lelijke verhalen en opmerkingen over hem. Toch gebeuren bij hem wonderen en komen mensen tot bekering en hij brengt Gods Woord. Hoe kan dit?’ >>>>>

‘Denk er om, Ik stuur jullie als schapen onder de wolven’ (Matth.10:16) De opdracht De opdracht van Jezus aan zijn leerlingen verschilt enorm met wat het kerkdom in onze tijd als belangrijk wordt gezien. Jezus zegt: ‘Ga op weg en zeg: Het koninkrijk van de hemelen is dichtbij. Genees zieken, wek doden op, maak mensen, die aan melaatsheid lijden, rein en drijf demonen uit. Jullie hebben het gratis ontvangen, jullie moeten het ook gratis (door) geven!’ (Matth.10:7,8). >>>>>

Veel jaren meelopen in het eeuwig evangelie en dan nog wéér in een oud kwaad terechtkomen. Hoe kan dat? Drank was vroeger zijn levensvijand. Toen hij in aanraking kwam met het evangelie en zich bekeerde, werd hem al snel duidelijk gemaakt dat hij zich van deze drankmacht kon/moest laten bevrijden. Begrijpen deed hij het allemaal nog niet, maar goed ‘dat drinken van mij, ik wil er graag af – en als dat met bidden kan, bid dan maar met me …’ >>>>>