Verbinding van twee geesten In een verwijzing naar een nieuw tijdperk, zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Dan zal ik de Vader vragen om aan jullie een andere pleitbezorger (trooster, advocaat) te geven, die altijd bij je zal zijn: de Geest van de waarheid. De wereld kan hem niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jullie kennen hem wel, want hij woont in jullie en zal in jullie blijven’ (Joh.14:16,17). >>>>>
Bouwstenen
Het overwinnen van demonen In Mattheüs 17:14-21 over de maanzieke jongen, worden we geconfronteerd met leerlingen van Jezus die de jongen niet kunnen genezen. Hoewel zij het geprobeerd hebben, is de vader teleurgesteld. Hij zegt tegen Jezus: ‘Ik heb uw leerlingen gezegd, dat zij de geest zouden uitdrijven en zij hebben het niet gekund’. Dit probleem doet zich ook voor in zogeheten christelijke gemeenten. >>>>>
‘En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te brengen aan hen die op de aarde wonen en aan elke natie, stam, taal en volk’ (Openbaring 14:6). Let op de inhoud Er wordt vaak gesproken over ‘de boodschap’. Men zegt: ‘Ik ben het niet eens met de boodschap die zij brengen’ of ‘De boodschap moet worden gebracht’. >>>>>
Opnieuw geboren christenen leven vanuit het Bijbelse fundament. Zij geloven in God, hebben zich bekeerd, zijn verzekerd van het kindschap van God, zijn gedoopt IN water en ook met Gods Geest en zij leiden een nieuw leven. Zij zijn als die eerste christenen aan wie Paulus schreef: ‘Maar ieder zie wel toe, hóe hij op het fundament bouwt’ (1 Cor.3:10-15). Men moet immers ook geestelijk vooruit en zich ontwikkelen tot volwassenheid. >>>>>
‘Angst voor de satan hebben de Goddelozen niet’ ‘Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem (de satan) die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de hel’ (Mattheüs 10:28). In Mattheüs 10 wordt beschreven hoe de leerlingen met een grote opdracht worden uitgezonden. Zij moesten onder de van God vervreemde of verloren schapen van het huis van Israël, het evangelie brengen van het Koninkrijk van de hemelen, dus het volk elementaire aanwijzingen geven over de onzichtbare wereld. >>>>>
Een lezer vroeg ons het volgende: ‘Is het een christen geoorloofd na zijn dood zijn organen ter beschikking te stellen voor transplantatie, dus het overbrengen van een orgaan of weefsel naar een andere plaats? Het gaat dan hier over heterotransplantatie, overbrenging op een ander mens. >>>>>
‘Maar als Ik met de hulp van de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God over u gekomen’ (Mattheüs 12:28). De aardse uitleggingen van het geheim ‘De verborgen dingen zijn voor de Heer, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen’, zei Mozes tot de kinderen van Israël. >>>>>
Jezus bestraft een legioen demonen bij de bezetene uit Gadara Bestraffen houdt verband met zonde. Verkeerde daden zijn te wijten aan de verleidende invloed van satan en zijn demonen. In Lucas 17:3 wordt gesproken over de bestraffing van een broer die zondigt. maar in vers 1 zegt Jezus al: ‘Het is onmogelijk dat er geen verleidingen komen’. Het is dus ondenkbaar dat er broers en zussen zouden zijn, die niet worden benaderd door demonen, ‘die jou maar wat graag in hun willen krijgen’ (Gen.4:7). >>>>>
Paulus in Athene: ‘Waar leeft men eigenlijk voor?’ (Hand.17:15-31). Wat is de zin van het leven? Of, om het meer persoonlijker te stellen: waar leef ik eigenlijk voor? Kent u dat soort vragen? Ieder mens wil immers weten waarom en waarvoor hij leeft. Veel mensen proberen de levensvragen diep weg te stoppen in het onderbewuste. Toch komen ze altijd weer boven. Ze dringen zich op. En dan lijkt de beste oplossing om zelf een antwoord te fabriceren. >>>>>
‘Wees dus volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is’ (Mattheüs 5:48) Gods wil vanaf het begin Nadat God de hemel en de aarde geschapen heeft, staat er in de oude vertaling: ‘God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk’ (Gen.2:3). God schiep geen aarde vol met bloemen en met bossen, maar Hij zei: >>>>>