Openbaring 6:5-8 Een zwart paard ‘En toen het Lam het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag en zie, een zwart paard en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: Een maat tarwe voor een penning en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe’ 5,6. >>>>>
Maandelijkse archieven: maart 2022
1 Corinthe 4:1-7 ‘Laat ieder mens ons zó beschouwen, namelijk als dienaars van Christus en beheerders van de geheimenissen van God. En verder wordt van de beheerders verlangd dat zij betrouwbaar blijken te zijn’ 1,2. Met ‘ons’ bedoelt de apostel zichzelf met twee andere ambtsdragers over wie de discussie ging. Apóllos, Céfas en Paulus staan in dienst van Christus, die het hoofd van de gemeente is. >>>>>
‘… Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen’ (1 Timotheüs 3:4). Misschien hebt u altijd gedacht dat opvoeden enkel een kwestie is van vóórleven, de weg naar Jezus openbaren en de kinderen zo weinig mogelijk in de weg leggen, om hen voor teleurstelling te bewaren. Dit is niet juist. >>>>>
Openbaring 6:1-4 ‘En ik zag hoe het Lam het eerste van de zegels opende en ik hoorde een van de vier dieren met een stem als van een donderslag zeggen: Kom en zie!’ 1. De opening van de zeven zegels is een ontsluiering van de geschiedenis van de kerk vanaf de vleeswording van het Woord, Jezus Christus, (Joh.1:1), tot het tijdstip dat Jezus Christus zijn gemeente, na het zevende zegel en bij de laatste of zevende bazuin, tot zich neemt. >>>>>
‘De zonen van God (gevallen engelen, de demonen van satan) zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden’ (Gen.6:2). Het begin van Genesis 6 beschrijft hoe de mensen op aarde zich gingen misdragen. In plaats van in gemeenschap te leven met hun Schepper, stelden zij zich open voor de invloed van satans demonen, die in de onzienlijke wereld ook toen al werkten aan het vernietigen van mensen. >>>>>
‘Als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij u gekomen’ (Matth.12:28). In zijn laatste opdracht op aarde gaf Jezus het bevel dat de gelovigen demonen zouden uitdrijven. De werken die Hij gedaan had, moesten ook zij doen. Ook zij waren geroepen de werken van de duivel te verbreken. In Mattheüs 12:28 staat beschreven waarom dit moet gebeuren: ‘Als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij u gekomen’. >>>>>
Bij een overzicht van de reddingsgeschiedenis valt het op, dat er telkens ‘tijden en gelegenheden’ zijn, waarin God zijn genade royaal wil openbaren. Er zijn seizoenen waarin Hij op een bijzondere manier omziet naar zijn volk. Dan breken er perioden van herstel en vernieuwing aan. >>>>>
Na de verklaring van zijn droom door Daniël erkende Nebukadnezar dat de God van deze profeet de oppermachtige is, de Heer van de zienlijke en van de onzienlijke wereld (Dan.2:47). De verborgenheden van het plan van God waren in beelden geopenbaard. De valse kerk die gesymboliseerd was in het reusachtige beeld, zou ten ondergaan en plaats moeten maken voor het Koninkrijk van de God van de hemelen. >>>>>
‘Zie, Ik heb het u van tevoren gezegd! Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet heen’ (Matth.24:25,26a). Wat de Heer Jezus ons voorspeld heeft, is waar en komt uit. Hij zei dat, onder hen die zijn naam zouden belijden, oorlogen en ruzies zouden zijn. Zij zouden ‘elkaar haten’, ‘elkaar overleveren’ en ‘elkaar slachten’. Valse profeten en valse christussen zouden door hun bedrieglijke tekens en wonderen velen verleiden. >>>>>
‘Zij zijn het ook over wie Henoch, de zevende vanaf Adam, geprofeteerd heeft toen hij zei: ‘Ik zie de Heer komen met zijn heilige tienduizendtallen om over allen zijn vonnis uit te spreken; alle goddeloze zondaars zal hij veroordelen voor alle goddeloze daden die ze in hun goddeloosheid bedreven hebben en voor de harde woorden waarmee ze hem hebben beledigd.’ >>>>>